Naar boven ↑

Annotatie

mr. A. Schaberg
18 januari 2022

Uitspraak

Klacht over partijdigheid mediator en fouten in concept alimentatieberekening

Tussen twee gewezen echtelieden was onvrede ontstaan over hun met behulp van een advocaat overeengekomen echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan. Ook verliep hun onderlinge communicatie na de echtscheiding moeizaam. Zo was bij hen het idee geboren een mediator te vragen nog eens met hen naar deze twee kwesties te kijken. Maar ook met behulp van de mediator lukte het niet hun onderlinge geschilpunten bij te leggen. In tegendeel, de mediation liep al snel vast en resulteerde zelfs in een klachtprocedure bij de Tuchtcommissie (M-2021-11). Het belangrijkste verwijt dat klaagster de mediator maakte betrof haar neutraliteit. De mediator zou te veel op de hand van haar ex-man zijn geweest. Daarnaast verweet klaagster de mediator onvoldoende deskundigheid. Geen van haar klachten trof doel, de Tuchtcommissie verklaarde die ongegrond.

Tijdens de eerste bijeenkomst had de mediator een grove alimentatie berekening gemaakt op basis van de haar beschikbare informatie. Partijen spraken toen af dat de mediator een specifiekere berekening zou maken zodra zij daartoe van de ex-partner van klaagster nadere gegevens had ontvangen over zijn woonlasten en ziektekostenpremie. Zij bevestigde dit nog diezelfde dag aan beide partijen, waarna klaagster daarop direct met een positief gestemde e-mail reageerde. Een kleine week later stuurde de mediator de door haar gemaakte berekening aan beide partijen. Kennelijk had de ex-partner van klaagster de door hem aan te leveren informatie alleen aan de mediator gestuurd, dit in weerwil van de tussen partijen met de mediator gemaakte afspraak dat zij alleen zouden mailen met de andere partij in de cc (zo blijkt uit de toelichting van de mediator tijdens de mondelinge behandeling). Waarschijnlijk had de mediator over het hoofd gezien dat de ex-partner van klaagster dit niet had gedaan. Volgens de Tuchtcommissie ware het inderdaad beter geweest als de mediator eerder had opgemerkt dat die toegezonden informatie niet óók aan klaagster in cc was gestuurd. Maar middels de nieuwe alimentatieberekening die de mediator voorafgaande aan de tweede bijeenkomst aan beide partijen had gestuurd, verkreeg zij die informatie uiteindelijk wel. De Tuchtcommissie oordeelde dus dat zij (ook) dit onderdeel van het verwijt van klaagster over de vermeende partijdigheid van de mediator niet zwaar genoeg vond om de klacht gegrond te verklaren.

Tijdens de tweede bijeenkomst ging het mis. Klaagster kwam een kwartier te laat en nog met haar jas aan binnen. Dit terwijl de mediator had gezegd voor die bespreking slechts een uur de tijd te hebben. Plotseling verweet klaagster de mediator ook al tijdens de eerste bijeenkomst partijdig te zijn geweest. De toelichting die de mediator tijdens de eerste bijeenkomst op de oorspronkelijke alimentatieberekening had gegeven met behulp van verwijzingen naar richtlijnen en jurisprudentie, beschouwde klaagster plotseling als meningen en adviezen, zo lichtte zij haar klachten toe. Zij zou zich toen ook hebben moeten verdedigen tegenover de mediator, die volgens haar veel aandacht had gehad voor haar ex-partner. Daarom wilde zij toestemming krijgen om het gesprek te mogen opnemen, hoewel tussen partijen was afgesproken dat dergelijke opnamen niet zouden worden gemaakt. De mediator gaf daartoe dan ook geen toestemming.

Tijdens de mondelinge behandeling liet de mediator haar licht schijnen over het verloop van de tweede bijeenkomst. Klaagster opende toen kennelijk direct de aanval op de mediator, terwijl haar voorafgaande aan die bijeenkomst niets van onvrede van de zijde van klaagster was gebleken. De aanval kwam voor haar daarom als een volslagen verrassing. Het gesprek ging toen kennelijk  alleen nog maar over de rol van de mediator. De alimentatieberekening zelf is toen niet meer aan de orde gekomen. Omdat de mediator twijfels had over de bereidheid van partijen om in onderling overleg tot een compromis te komen, werd er toen ook geen nieuwe afspraak gemaakt voor een derde bijeenkomst, maar gaf de mediator partijen de tijd om hier goed over na te denken. Toen klaagster zich enige tijd later bij brief beklaagde bij de mediator, heeft de mediator daarop uitgebreid gereageerd en de mediation beëindigd.

De Tuchtcommissie kwam tot de conclusie dat “bepaalde mededelingen van de mediator door klaagster kennelijk anders zijn opgevat dan deze waren bedoeld, terwijl een belangrijke rol speelt dat klaagster in haar e-mail van … haar gevoelens van twijfel over de onpartijdigheid niet aan de orde heeft gesteld maar juist tevreden lijkt te zijn over de handelwijze van de mediator. Daarmee is naar het oordeel van de Tuchtcommissie onvoldoende gebleken van (de schijn van) partijdigheid van de mediator [tijdens de eerste bijeenkomst, AS] en evenmin is aannemelijk geworden dat de mediator met haar uitlatingen buiten haar rol van neutrale mediator is getreden. Dat dit tijdens de tweede bijeenkomst … wel het geval is geweest, heeft de Tuchtcommissie evenmin kunnen vaststellen”.

Wat betreft de vermeende ondeskundigheid van de mediator nog het volgende. Klaagster verweet de mediator fouten te hebben gemaakt in de door haar gemaakte alimentatieberekening. De mediator verweerde zich ook met succes tegen dit verwijt. Haar was inderdaad niet opgevallen dat bij klaagster een bedrag aan eigen woningforfait stond vermeld. Hoewel inderdaad niet correct, maakte dat geen verschil voor de draagkracht van de ex-partner van klaagster. Maar mijns inziens belangrijker: de tweede bespreking met partijen was juist bedoeld om de door de mediator gemaakte alimentatieberekening tegen het licht te houden, daarop commentaar te geven en daarover vragen te stellen. Naar haar zeggen had de mediator zich hierop gedegen voorbereid, maar het kwam dus niet tot een bespreking van de alimentatieberekening. Het ging toen plotseling alleen nog maar over de vermeende partijdigheid van de mediator.

Het is spijtig dat de mediator niet voor elkaar heeft kunnen krijgen wat de advocaat van partijen ook niet was gelukt. De vraag die blijft hangen is of klaagster eigenlijk wel een oplossing wilde voor de voortdurende problemen met haar ex-partner.